U bent voor uw baby verwezen voor fysiotherapie omdat de schedelvorm afwijkend is. De afplatting ontstaat bijna altijd tijdens de eerste tien levensdagen van uw baby. Dit komt mede doordat het slapen in zijlig wordt afgeraden (om veiligheidsredenen; wiegendood). Er is in ruglig veel druk op de achterzijde van het hoofdje. Een afplatting van de schedel is de reden dat uw baby een voorkeurshouding krijgt; dit is liggen op een wang met een knikje in nek en rug. Hierdoor kan de nek aan een zijde niet goed bewegen.
Dit komt veel voor, maar is ook goed te verhelpen.
Hier treft u een samenvatting van de adviezen die u van uw fysiotherapeut heeft gekregen;
- voeden; wissel van linker- en rechterarm, dus doorbreek uw eigen voorkeur. Gebruikt zonodig een voedingskussen.
- slapen; laat uw baby overdag in uw blikveld slapen zodat zijlig mogelijk is; wissel linker- en rechterzijde af. Gebruik eventueel een zijligkussen.
- houdingen overdag; leg uw baby twee keer per dag op de buik, indien mogelijk met hoofdje naar de niet voorkeurskant op 1 wang. Alleen doen met uw toezicht.
- vervoer; ondersteun het hoofdje met een kussentje met gat erin (of een als slang opgerolde handdoek), hierdoor is er druk op de zijkant van het hoofdje. Bijvoorbeeld in maxicosi en kinderwagen.
Probeer elk moment deze houdingen aan te bieden. Het grootste herstel van de schedelvorm vindt plaats voor de zesde maand. Realiseert u zich dat niks doen de afplatting verergert en er ook asymmetrie van het gezicht kan optreden (scheefstand oren en ogen).
Bij een forse afplatting kan een schedelmeting gedaan worden (plagiocefalometrie). Helmtherapie ter bestrijding van de scheefstand wordt bijna niet meer toegepast wegens onvoldoende resultaat.
Lieke Bos, kinderfysiotherapeut
